Een wonderbaarlijke terugkeer (7)


Zevende toneel: Oude slaapplaats

Tijdens onze wandeling door de nieuw kerk had de gids mij aan de hand van de Goudse Glazen langs vijf eeuwen Europese historie geleid, vanaf 1500 tot vlak voor de éénentwintigste eeuw. Daarbij viel hij in de rol van Epimetheus, achteraf denkend, en ik in de rol van Prometheus, vooruit denkend, al liep ik tijden achter. - In het glazen beeldverhaal, dat voor mijn gids geschiedenis is en voor mij voornamelijk toekomst, is in visies te zien hoe God, die stralend vanuit de top van de vertellingen steeds naar beneden toe tekens geeft en orde stelt, na 1600 langzaam uit het landschap verdwijnt, en hoe de horizon, als nieuwe verte en vervuller van grote verwachtingen, een vervanging voor hem wordt, en een grote invloed gaat uitoefenen op de wereldtoekomst. Echter spoedig verschijnen boven die horizon, die aanvankelijk onschuldig open lag voor het exotische, vreemde vaandels, en breken onder haar oorlogen en hongersnoden uit. Apocalyptische ruiters in brandende wolken zaaien in de twintigste eeuw dood en verderf. Overstromingen, geruïneerde landerijen, afgebrande kerken en gebouwen. Galgen voor hen die zich verzetten, terwijl miljoenen die zich niet meer kunnen verzetten sterven in gevangenschap. Ten slotte wordt uit naam van de vrije wereld een wapen ingezet dat alle macht op aarde te boven gaat, en met de slagkracht van de zon steden in één klap doet verdampen, en breekt een nieuwe tijd aan. (Wordt vervolgd)