Als vee
- Als vee zijn ze, steeds de ogen naar beneden gericht, naar de aarde toe gebogen, naar hun eettafel. Zo mesten ze zich vet en paren ze en, in hun begeerte naar steeds méér, vertrappen ze elkaar, stoten elkaar met hun ijzeren horens en hoeven, en doden elkaar onder de drang van hun onverzadigbare lusten. Datgene immers, wat ze trachten te vullen, is niet het werkelijk bestaande deel van zichzelf, dat het opgenomene in zich kan houden; en datgene, waarmee ze het vullen, is het niet werkelijk zijnde.
- Je spreekt alsof je het van de goden hebt, Socrates, zo precies beschrijf je de levenswijze van de massa. (Plato, circa 380 v.Chr)