Aanhalingen (31)


Uit een klein zaadje kan een grote stam groeien. Stambomen gelijken op appelbomen: je schudt er best niet aan als je eronder staat. Een eik maakt zich niet druk wanneer een schoothondje tegen zijn stam pist. Ik ben de laatste van mijn stam. Wie op één dag na elkaar een muis, een kat en een spreeuw zich achter het oor heeft zien krabben, beseft dat al het geschapene van één en dezelfde stam is.